hitte

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hitte    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈhɪtə/
Woordafbreking
  • hit·te
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘sterke warmte’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1]
  • Afgeleid van heet met het achtervoegsel -te [2]
  • ww:  hit ww  met de uitgang -e
enkelvoud meervoud
naamwoord hitte
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dehittev

  1. overdreven warmte
     Wat was het heet. Nog nooit had ik dit soort temperaturen meegemaakt. Deze extreme hitte vormde een reëel gevaar.[3]
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • De mussen vallen van het dak (van de hitte)
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
hitten

hitte

  1. enkelvoud verleden tijd van hitten
    • Ik hitte. 
    • Jij hitte. 
    • Hij, zij, het hitte. 
  2. voltooid deelwoord van hitten

Gangbaarheid

  • Het woord hitte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.