hobbyclub

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hobbyclub    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • hob·by·club
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hobbyclub hobbyclubs
verkleinwoord hobbyclubje hobbyclubjes

Zelfstandig naamwoord

dehobbyclubv/m

  1. (hobby) groep mensen die een gemeenschappelijke liefhebberij hebben
    • Ik ben lid van een hobbyclub waarin de leden postzegels verzamelen als hobby hebben. 

Gangbaarheid

  • Het woord hobbyclub staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.