hoeder

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hoeder    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • hoe·der
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van hoeden met het achtervoegsel -er[1]
enkelvoud meervoud
naamwoord hoeder hoeders
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dehoederm

  1. iemand die ergens over waakt zodat het niet verloren gaat
    • Hij de hoeder van de de oude tradities die verloren dreigen te gaan. 
  2. iemand die zorgt voor de dieren
    • De schapenhoeder zorgde samen met zijn hond voor de kudde. 
Synoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • hoederbeet
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord hoeder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.