hoender
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: hoender (hulp, bestand)
- IPA: / ˈhundər / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- hoen·der
Woordherkomst en -opbouw
- [1] oorspronkelijk een meervoudsvorm van hoen zn , die na verloop van tijd niet meer als meervoud werd herkend [1] [2]
- [2] afgeleid van hoen zn met het achtervoegsel -er, vermoedelijk omdat het oorspronkelijk voor het vervoer van pluimvee werd gebruikt [3] [4]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hoender | hoenders |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de hoender m
- (hoendervogels) benaming voor vogels uit de orde Galliformes , van meest op de grond levende vogels
- (landbouw) diepe mand voor het vervoer van kersen
Synoniemen
- [1] hoen
- [2] hoenderik
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord hoender staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.