hoen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hoen    (hulp, bestand)
  • IPA: /hun/ (1 lettergreep)
Woordafbreking
  • hoen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hoen hoenderen
hoenders
hoenen
verkleinwoord hoendertje
hoentje
hoendertjes
hoentjes

Zelfstandig naamwoord

hethoeno

  1. (hoendervogels) benaming voor vogels uit de orde Galliformes , van meest op de grond levende vogels
  2. (landbouw) bepaald soort vogel, Gallus gallus , door mensen gehouden om de eieren en het vlees
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • Hoendiep
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord hoen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
93 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.