hoepelroknarcis

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hoepelroknarcis    (hulp, bestand)
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • hoe·pel·rok·nar·cis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hoepelroknarcis hoepelroknarcissen
verkleinwoord hoepelroknarcisje hoepelroknarcisjes

Zelfstandig naamwoord

dehoepelroknarcisv/m

  1. (bloemplanten) Narcissus bulbocodium  een bolgewas uit de narcisfamilie (Amaryllidaceae ). De twee tot zeven dunne, gespitste bladeren per plant zijn tot 45 cm lang en donkergroen van kleur. De hoepelroknarcis bloeit van maart tot mei. De zes bloemdekbladeren zijn lintvormig tot smal-driehoekig en 0,6-1,5 cm lang. De bijkroon is zeer groot, trechtervormig, 0,7-2,5 cm lang en lichtgeel tot diep oranjegeel. De vruchten zijn doosvruchten
Hyperoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'hoepelroknarcis' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.