hondenvreters

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hondenvreters    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈhɔndə(n)ˌvretərs/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • hon·den·vre·ters
Woordherkomst en -opbouw
  • alleen meervoud, samenstelling van  hond zn  en  vreters zn  met het invoegsel -en- , omdat zij wel eens honden slachtten en ze opaten als gebraad [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord - hondenvreters
verkleinwoord - hondenvretertjes

Zelfstandig naamwoord

dehondenvretersmv

  1. (pejoratief) Ambonezen

Gangbaarheid

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.