hoogzomer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hoogzomer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • hoog·zo·mer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hoogzomer
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dehoogzomerm

  1. midden in de zomer wanneer het het warmste is
    • Ik weet dat nog omdat er op die dag stakingen waren, waardoor het vuilnis niet werd opgehaald. Het was hoogzomer en mijn ouders vonden het echt verschrikkelijk, maar ik had een compleet roze bril op. Ik vond alles mooi. Blijkbaar is die vuilnis compleet langs me heengegaan.[1] 
    • Nou, koffie, koffie. Buiten is het hoogzomer en over enkele uren zit ook alweer de vijf in de klok, dus ik vraag om iets kouds en hoop er het beste van.[2] 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord hoogzomer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.