hooischuur
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: hooischuur (hulp, bestand)
Woordafbreking
- hooi·schuur
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van hooi zn en schuur zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hooischuur | hooischuren |
verkleinwoord | hooischuurtje | hooischuurtjes |
Zelfstandig naamwoord
de hooischuur v / m
- grote opslagruimte voor gedroogd gras
- ▸ Toen zij zich gewassen en verkleed hadden, gingen zij naar de keurig geveegde hooischuur, waar de koetsiers een bed voor de heren hadden gespreid.[2]
- ▸ In Praag is de dierentuin gesloten vanwege stormschade. De dieren zijn niet in gevaar geweest, schrijft de dierentuin op Facebook. Maar er zijn wel veel bomen omgewaaid en een hooischuur is beschadigd.[3]
- koe met een opgezwollen buik
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord hooischuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Anna Karenina” (1877), G.A. van Oorschot , ISBN 9789028276062
- ↑ Weblink bron “Zes doden door storm in Duitsland, Tsjechië en Polen” (29-10-2017), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.