hoosbui

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hoosbui    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈhozbœy/ (2 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /ˈɦosbœʏ̯/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈhosbœː/
Woordafbreking
  • hoos·bui
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hoosbui hoosbuien
verkleinwoord hoosbuitje hoosbuitjes

Zelfstandig naamwoord

dehoosbuiv/m

  1. een zeer heftige regenbui
    • Doordat zij door de hoosbui naar huis hadden moeten fietsen, waren zij volkomen doorweekt. 
Synoniemen
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord hoosbui staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
45 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.