hope
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: hope (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ho·pe
Werkwoord
vervoeging van |
---|
hopen |
hope
- aanvoegende wijs van hopen
Gangbaarheid
- Het woord hope staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hope" herkend door:
29 % | van de Nederlanders; |
27 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Engels
Uitspraak
- Geluid: hope (VS) (hulp, bestand)
- IPA: /hɔʊp/
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to hope |
he/she/it | hopes |
verleden tijd | hoped |
voltooid deelwoord |
hoped |
onvoltooid deelwoord |
hoping |
gebiedende wijs | hope |
Werkwoord
hope
Middelnederlands
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | hope | hopen |
genitief | hopen | hopen |
datief | hope | hopen |
accusatief | hope | hopen |
Zelfstandig naamwoord
hope m
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.