hope

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hope    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ho·pe

Werkwoord

vervoeging van
hopen

hope

  1. aanvoegende wijs van hopen

Gangbaarheid

  • Het woord hope staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
29 %van de Nederlanders;
27 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  hope (VS)    (hulp, bestand)
  • IPA: /hɔʊp/
vervoeging
onbepaalde wijs to  hope 
he/she/it  hopes 
verleden tijd  hoped 
voltooid
deelwoord
 hoped 
onvoltooid
deelwoord
 hoping 
gebiedende wijs  hope 

Werkwoord

hope

  1. hopen

Middelnederlands

enkelvoud meervoud
nominatief hopehopen
genitief hopenhopen
datief hopehopen
accusatief hopehopen

Zelfstandig naamwoord

hope m

  1. verwachting
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.