huisorkest

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  huisorkest    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • huis·or·kest
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord huisorkest huisorkesten
verkleinwoord huisorkestje huisorkestjes

Zelfstandig naamwoord

hethuisorkesto

  1. (muziek) orkest dat verbonden is met een bepaalde organisatie; orkest verbonden met een bepaald concertgebouw
     Het Nationale Ballet noemt de vooruitzichten voor het komend seizoen minder gunstig. Zowel het Rijk als de gemeente Amsterdam geeft minder subsidie. Bovendien zit het gezelschap vanaf 1 januari waarschijnlijk zonder orkest. Huisorkest Holland Symfonia dreigt door de bezuinigingen te verdwijnen.[1]
     Editors is een ongekende publieksfavoriet in Werchter. De groep rond de charismatische frontman Tom Smith is zowat het officieuze huisorkest van Rock Werchter. De groep heeft zich binnen enkele jaren ontwikkeld van grote belofte naar headliner.[2]
  2. klein orkest; orkest in kleine bezetting
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord huisorkest staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Recordjaar voor Nationale Ballet” (vrijdag 13 juli 2012, 11:36), NOS
  2. Weblink bron “'Huisorkest' Editors sluit Werchter 2013 af” (17-10-2012), Tubantia
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.