huizenbestand

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  huizenbestand    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • hui·zen·be·stand
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord huizenbestand huizenbestanden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hethuizenbestando

  1. de totale voorraad aan woningen binnen een bepaald gebied, zoals een gemeente, regio of land
     Het voorlopige label is gebaseerd op openbare gegevens uit het Kadaster zoals het type huis, de grootte en het bouwjaar, en op gegevens van vergelijkbare huizen. Die gegevens van vergelijkbare huizen komen uit een onderzoek over het totale huizenbestand in Nederland uit 2006.[1]
     Er dreigt grootschalige sloop van Groningse huizen die zijn beschadigd door gaswinning. Dat zegt de Groninger Bodem Beweging. Deze bewonersorganisatie zegt uit bestuurlijke kringen in de provincie te horen dat het huizenbestand in het aardbevingsgebied grotendeels op de schop moet.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord huizenbestand staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Meer dan duizend telefoontjes per dag over Energielabel” (dinsdag 27 januari 2015, 17:14), NOS
  2. Weblink bron “Mogelijk grootschalige sloop huizen Groningen” (maandag 17 november 2014, 17:58), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.