huurkoop
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: huurkoop (hulp, bestand)
Woordafbreking
- huur·koop
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van huur ww en koop zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | huurkoop | huurkopen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de huurkoop m
- (financieel) een vorm van koop waarbij het eigendomsrecht pas overgaat op de koper als het gehele verschuldigde bedrag is betaald
- Hoe zorgvuldig moet een kredietverstrekker vragen stellen bij de aanschaf van auto’s? Het antwoord is: behoorlijk. Neem het echtpaar dat voor hem een Seat Altea wenste en voor haar een Suzuki Swift. Na twee jaar bleken de termijnen waarop het krediet voor de huurkoop van de Seat terugbetaald moest te zwaar en werd de auto weer ingeleverd, bij de dealer. [2]
- Bij huurkoop is een contract wettelijk gezien pas geldig als ook de partner heeft getekend. A[3]
Verwante begrippen
- lease, koop op afbetaling
Afgeleide begrippen
- huurkoopfinanciering
Vertalingen
1. (financieel) een vorm van koop waarbij het eigendomsrecht pas overgaat op de koper als het gehele verschuldigde bedrag is betaald
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord huurkoop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Folkert Jensma 29 maart 2017
- ↑ Volkskrant 28 maart 2008
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.