lease
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: lease (hulp, bestand)
Woordafbreking
- lease
- lea·se (aanvoegende wijs)
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lease | leases |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de lease v / m
- (financieel) (economie) het leasen
Hyponiemen
- aandelenlease, autolease, ijslandlease, technolease
Afgeleide begrippen
- leaseauto, leasebak, leasebedrijf, leasefiets, sale-and-lease-backconstructie
Werkwoord
vervoeging van |
---|
leasen |
lease
Gangbaarheid
- Het woord lease staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lease" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Engels
Uitspraak
- Geluid: lease (VS) (hulp, bestand)
- IPA:
- SAMPA:
Woordherkomst en -opbouw
- Van Angelsaksisch les, Oudfrans lais/lez (< laissier).[1]
enkelvoud | meervoud |
---|---|
lease | leases |
Zelfstandig naamwoord
lease
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to lease |
he/she/it | leases |
verleden tijd | leased |
voltooid deelwoord |
leased |
onvoltooid deelwoord |
leasing |
gebiedende wijs | lease |
Werkwoord
lease
- overgankelijk, (juridisch) huren
- overgankelijk, (juridisch) verhuren
- overgankelijk, (juridisch) pachten
- overgankelijk, (juridisch) leasen
Afgeleide begrippen
- leasehold
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.