huwelijksgebruik
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: huwelijksgebruik (hulp, bestand)
Woordafbreking
- hu·we·lijks·ge·bruik
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van huwelijk zn en gebruik zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | huwelijksgebruik | huwelijksgebruiken |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het huwelijksgebruik o
- alle gewoontes die er zijn rond het sluiten van een huwelijk
- Maar van oudsher is een schrikkeldag ook de enige dag waarop vrouwen de man ten huwelijk mogen vragen, zegt Strouken, die al decennia huwelijksgebruiken onderzoekt.[1]
- Maar het Oost-Afrikaanse land kent ook het burgerlijk huwelijk. Wie op een doordeweekse dag in Nairobi naar ‘Sheria House’ gaat, kan er op de gang de paartjes tegenkomen. Twee aan twee worden de verliefden met hun getuigen binnengeroepen. Na enkele minuten, en een paar honderd shilling armer, staan zij getrouwd weer buiten.De moslims en hindoes in het land hebben ieder weer hun eigen huwelijksgebruiken.[2]
Gangbaarheid
- Het woord huwelijksgebruik staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.