indigoplant
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: indigoplant (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɪndiɣoˌplɑnt / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- in·di·go·plant
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van indigo zn en plant zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | indigoplant | indigoplanten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de indigoplant v / m
- benaming voor planten uit het geslacht Indigofera waaruit een bepaalde blauwe kleurstof kan worden gewonnen
- (bloemplanten) Indigofera tinctoria
- ▸ Omdat de blauwe kleurstof zuiverder en geconcentreerder in de indigoplant aanwezig was en daardoor goedkoper, gaven de blauwververs de voorkeur aan de indigo boven de wede.[2]
- (bloemplanten) Indigofera tinctoria
Gangbaarheid
- Het woord 'indigoplant' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Lidewijde Paris“Guatemala en Europa Rituelen en bijgeloof rond 'magische indigo'” (3 januari 1986) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.