inentingsprogramma

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  inentingsprogramma    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • in·en·tings·pro·gram·ma
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord inentingsprogramma inentingsprogramma's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetinentingsprogrammao

  1. een schema waarmee een overheid een aantal als essentieel beoordeelde vaccinaties aanbeveelt of verplicht stelt
     Ouderenbond pleit voor inentingsprogramma 65-plussers: Een woordvoerder van de raad denkt niet dat er op korte termijn een rijksinentingsprogramma voor ouderen wordt opgezet.[1]
     Volgens het RIVM is 95 procent van alle kinderen in Nederland ingeënt. Van de overige 5 procent is naar schatting 1,3 procent gereformeerd. De rest bestaat uit mensen die wat kritisch tegenover het inentingsprogramma staan.[2]
  2. alle vaccinaties die iemand dient te krijgen
     Bovendien moet er een Europese vaccinatiekaart komen om te voorkomen dat kinderen die naar een ander land verhuizen niet het volledige inentingsprogramma doorlopen.[3]
Synoniemen
Hyponiemen
  • rijksinentingsprogramma

Gangbaarheid

  • Het woord inentingsprogramma staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Ouderenbond pleit voor inentingsprogramma 65-plussers” (16-07-2015), NOS
  2. Weblink bron “Meisje (17) overleden aan gevolgen mazelen” (28-10-2013), NOS
  3. Weblink bron “EC luidt noodklok over groeiende vaccinatie-weerzin en komt met voorstellen” (26-04-2018), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.