inkomenspolitiek
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: inkomenspolitiek (hulp, bestand)
Woordafbreking
- in·ko·mens·po·li·tiek
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van inkomen en politiek met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | inkomenspolitiek | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de inkomenspolitiek v
- (politiek) beïnvloeding door de overheid van lonen, winsten, rente enz
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | inkomenspolitiek | inkomenspolitieker | inkomenspolitiekst |
verbogen | inkomenspolitieke | inkomenspolitiekere | inkomenspolitiekste |
partitief | inkomenspolitieks | inkomenspolitiekers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
inkomenspolitiek
Gangbaarheid
- Het woord inkomenspolitiek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.