inkoopmacht

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  inkoopmacht    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • in·koop·macht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord inkoopmacht inkoopmachten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deinkoopmachtmv

  1. (economie) de macht die een organisatie of onderneming heeft wat betreft de voorwaarden bij de inkoop van goederen of producten
     Door gezamenlijk in te kopen "dient er een sterke inkoopmacht te ontstaan die de toegankelijkheid en betaalbaarheid van nieuwe innovatieve middelen waarborgt", staat in het rapport. Als het niet lukt om Europees in te kopen, zouden ziekenhuizen, zorgverzekeraars, artsen en apothekers volgens de NZa binnen Nederland veel meer samen moeten optrekken bij de inkoop van dure medicijnen.[1]
     Analist Fernand de Boer van zakenbank Petercam denkt dat Ahold, moederbedrijf van Albert Heijn, niet meteen iets zal merken van de overname. Öp korte termijn verandert er niet zo veel. Qua inkoopmacht blijft alles bij hetzelfde", zegt hij. C1000 en Jumbo werkten namelijk al samen bij de inkoop van producten. Op de korte termijn kan de deal zelfs gunstig voor Ahold uitpakken, denkt de Boer. Jumbo heeft nu weer een groot project omhanden. De verwachting was dat Jumbo komend jaar na de integratie van Super de Boer ágressiever op de trom'zou slaan, maar nu gebeurt dat waarschijnlijk nog even niet.[2]
  2. (economie) bedrijf met een grote inkoopkracht
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord inkoopmacht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Rinke van den Brink
    “NZa: overheid moet dure medicijnen inkopen” (maandag 29 juni 2015, 14:05), NOS
  2. Weblink bron “ÁH zal met een antwoord moeten komen'” (donderdag 24 november 2011, 12:22), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.