inschrijvingsperiode

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  inschrijvingsperiode    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • in·schrij·vings·pe·ri·o·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord inschrijvingsperiode inschrijvingsperiodes
inschrijvingsperioden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deinschrijvingsperiodev

  1. de tijdsperiode dat men kan aangeven dat men ergens aan wil deelnemen
     Onder Nederlandse studenten is vooral Antwerpen een populaire stad: de Universiteit van Antwerpen verwelkomt dit jaar ruim 900 nieuwe Nederlandse studenten, terwijl de inschrijvingsperiode nog een week loopt.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord inschrijvingsperiode staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Belgische studies: Nederlander legt het af” (maandag 17 september 2012, 16:17), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.