installatiewerk
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: installatiewerk (hulp, bestand)
Woordafbreking
- in·stal·la·tie·werk
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van installatie zn en werk zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | installatiewerk | installatiewerken |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het installatiewerk o
- (bouwkunde) werk dat verricht moet worden voor het aanleggen van de technische voorzieningen in een gebouw
- ▸ Het is een auto met meerdere stopcontacten, handig voor installatiewerk of monteurs die meteen hun elektrische gereedschap kunnen opladen. Er zit zelfs een ijskoeler in, waar vroeger het motorblok zat. De auto is bewust zo ontworpen dat hij haast niet te onderscheiden is van een oude F-150. "En het werkt", zegt Smith, "het loopt storm met bestellingen, we kunnen nu al niet meer leveren."[1]
- ▸ Ook gaat de overheid in gesprek met bedrijven die zonnestroominstallaties in stallen aanleggen om te zien of ondeugdelijk installatiewerk voorkomen kan worden.[2]
Gangbaarheid
- Het woord installatiewerk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Motor Town Detroit bewijst: de toekomst is elektrisch” (zaterdag 17 september 2022, 21:24), NOS
- ↑ Weblink bron “Hogere eisen aan veehouderijen tegen stalbranden en diersterfte” (vrijdag 8 oktober 2021, 17:27), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.