instaptoets


Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  instaptoets    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • in·stap·toets
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord instaptoets instaptoetsen
verkleinwoord instaptoetsje instaptoetsjes

Zelfstandig naamwoord

deinstaptoetsm

  1. (onderwijs) toelatingsexamen dat men doet om te zien of men voldoende voorbereid is om bepaald onderwijs te volgen
     Regelmatig toetsen is goed voor het leren en formatief handelen: de herhaling zorgt voor dieper leren en het geeft inzicht in wat leerlingen of studenten al wel of nog niet beheersen. Het is een bekend gegeven. Minder bekend maar vaak ministens net zo effectief, is het vooraf toetsen: een instaptoets gebruiken om het geheugen te activeren en focus te creëren, zo blijkt ook weer uit recent onderzoek. Hoe zit dat precies? Dat lees je in dit artikel.[1]
  2. test waarvoor men moet slagen om aan een bepaalde activiteit te mogen deelnemen
     Hulporganisaties kunnen zich niet zomaar aansluiten bij de actie. Ze moeten een instaptoets doen, om aan te tonen dat ze voldoende ervaring, netwerk en logistieke capaciteit hebben in het rampgebied om snel hulp ter plaatse te krijgen.[2]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord instaptoets staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Auteur: Wessel Peeters
    “De kracht van een instaptoets (pretesting)” (13 september 2022), vernieuwenderwijs.nl
  2. Weblink bron “Wat gebeurt er met het geld op Giro 555?” (vrijdag 1 mei 2015, 17:31), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.