japon

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  japon    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ja·pon
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘jurk’ voor het eerst aangetroffen in 1717 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord japon japonnen
verkleinwoord japonnetje japonnetjes

Zelfstandig naamwoord

dejaponv

  1. (kleding) lang kledingstuk voor vrouwen
Synoniemen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord japon staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.