jawel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  jawel    (hulp, bestand)
Uitspraak
  • IPA: /'jɑʋɛl/
Woordafbreking
  • ja·wel
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘tussenwerpsel: uitroep ter bevestiging’ voor het eerst aangetroffen in 1615 [1]
  • samenstelling van  ja  en  wel  [2]

Bijwoord

jawel

  1. ja, antwoordend op een ontkennende vraag
    • Kom je niet mee vanavond? Jawel, ik kom. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord jawel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.