jongeheer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  jongeheer    (hulp, bestand)
  • IPA: /jɔŋəˈɦɪ:r/
Woordafbreking
  • jon·ge·heer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord jongeheer jongeheren
verkleinwoord jongeheertje jongeheertjes

Zelfstandig naamwoord

dejongeheerm

  1. (persoon) een jong persoon van het mannelijk geslacht
    • Jongeheer, kom je even mee? 
  2. (informeel), (anatomie) mannelijk geslachtsorgaan, penis, piemel
    • De man liet zijn jongeheer zien. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord jongeheer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.