jurylid

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  jurylid    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈʒyriˌlɪt/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ju·ry·lid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord jurylid juryleden
verkleinwoord jurylidje jurylidjes

Zelfstandig naamwoord

hetjurylido

  1. persoon die deel uitmaakt van een jury
    • Mevrouw Jansen werd aangeduid als jurylid. Zij was een van de twaalf juryleden. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord jurylid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

  • Zie de doorverwijspagina op Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.