kóčka

Oppersorbisch

enkelvoud tweevoud meervoud
nominatief kóčkakóčcekóčki
genitief kóčkikóčkowkóčkow
datief kóčcekóčkomajkóčkam
accusatief kóčkukóčcekóčki
instrumentalis z(e) kóčkuz(e) kóčkomajz(e) kóčkami
locatief po kóčcepo kóčkomajpo kóčkach

Zelfstandig naamwoord

kóčka v

  1. (roofdieren) kat
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.