kaasschaaf

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kaasschaaf    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈkasxaf/ (2 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /ˈkasχaf/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈkasxaf/
Woordafbreking
  • kaas·schaaf
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘schaaf om plakjes van kaas te snijden’ voor het eerst aangetroffen in 1950 [1]
  • samenstelling van  kaas  en  schaaf 
enkelvoud meervoud
naamwoord kaasschaaf kaasschaven
verkleinwoord kaasschaafje kaasschaafjes

Zelfstandig naamwoord

dekaasschaafv/m

  1. (huishouden) een gebruiksvoorwerp waarmee een dun plakje van een stuk kaas kan worden gesneden
    • Mensen die onervaren zijn met de kaasschaaf snijden zichzelf er wel eens aan. 
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord kaasschaaf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.