kabeljauwen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kabeljauwen    (hulp, bestand)
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • ka·bel·jau·wen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kabeljauwen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dekabeljauwenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord kabeljauw
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (straalvinnigen) een familie Gadidae  van zeevissen die behoren tot de orde van de kabeljauwachtigen (Gadiformes ). Over de taxonomische indeling van de familie is er geen eenduidigheid onder taxonomen. Op de Nederlandstalige Wikipedia wordt aangaande deze families de indeling van FishBase aangehouden
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
  • kabeljauwfamilie, kabeljauwfilet, kabeljauwhom, kabeljauwkelder, kabeljauwlever, kabeljauwmoot, kabeljauwogen, kabeljauwput, kabeljauws, kabeljauwshom, kabeljauwskelder, kabeljauwskop, kabeljauwslever, kabeljauwsoog, kabeljauwstaart, kabeljauwstand, kabeljauwstong, kabeljauwtong, kabeljauwvaart, kabeljauwvangst, kabeljauwvisser, kabeljauwvisserij, kabeljauwwangetje

Gangbaarheid

  • Het woord kabeljauwen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.