wijting

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  wijting    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈʋɛi.tɪŋ/
Woordafbreking
  • wij·ting
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wijting wijtingen
verkleinwoord wijtinkje wijtinkjes

Zelfstandig naamwoord

[A]dewijtingm

  1. (straalvinnigen) bepaald soort straalvinnige vis, Merlangius merlangus , uit de familie van schelvissen (Gadidae ), orde schelvisachtigen (Gadiformes ), die voorkomt in het noordoosten van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee
Hyperoniemen
Hyponiemen
  • vlaswijting
Overerving en ontlening
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

[B]dewijtingv/m

  1. fijn geslempt krijt
enkelvoud meervoud
naamwoord wijting wijtingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

[C]dewijtingv

  1. aanwijzing als schuldige of oorzaak

Gangbaarheid

  • Het woord wijting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
83 %van de Nederlanders;
91 %van de Vlamingen.[7]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.