kangoeroewonen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kangoeroewonen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈkɑŋɣəruˌwonə(n)/ (5 lettergrepen)
Woordafbreking
  • kan·goe·roe·wo·nen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
kangoeroewonen
-

-
onvolledig

Werkwoord

kangoeroewonen

  1. (bouwkunde) blijvend behuisd zijn in een combinatie van huis, uitgebreid met een verblijfseenheid voor een persoon of klein gezin die het mogelijk maakt elkaar eenvoudig dagelijks aandacht te geven
    De toegevoegde verblijfseenheid heeft vaak een eigen voordeur en sanitair, maar is ook binnendoor verbonden met de hoofdwoning.
     Er is dus altijd sprake van een zorgbehoefte bij kangoeroewonen. Dit kan de zorg voor oudere familieleden zijn zodat ze niet naar een verzorgings- of verpleeghuis hoeven. Het kan ook een kind, vriend of kennis zijn die hulpbehoevend is.[1]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord kangoeroewonen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron Gearchiveerde versie “Kangoeroewoning: een uniek concept voor samenwonen” (23 juli 2023) op vtwonen.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.