kangoeroe

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kangoeroe    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈkɑŋɣəru/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • kan·goe·roe
Woordherkomst en -opbouw
  • van Engels kangaroo, in de betekenis van ‘buideldier’ voor het eerst aangetroffen in 1774 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord kangoeroe kangoeroes
verkleinwoord kangoeroetje kangoeroetjes

Zelfstandig naamwoord

dekangoeroem

  1. (buideldieren) benaming voor zoogdieren uit het geslacht Macropus , met korte voorpoten, lange achterpoten, een lange sterke steunstaart die hun jongen in een huidplooi op de buik mee kunnen dragen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord kangoeroe staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
91 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.