kanguru
Indonesisch
Woordafbreking
- ka·ngu·ru
Woordherkomst en -opbouw
- van Nederlands kangoeroe
Zelfstandig naamwoord
kanguru
Turks
Woordafbreking
- kan·gu·ru
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | kanguru | kangurular |
genitief | kangurunun | kanguruların |
datief | kanguruya | kangurulara |
accusatief | kanguruyu | kanguruları |
locatief | kanguruda | kangurularda |
ablatief | kangurudan | kangurulardan |
Zelfstandig naamwoord
kanguru
- (buideldieren) kangoeroe
- kangoeroezak, draagzak (op de borst of rug te dragen zak waarin een baby gedragen kan worden)
Synoniemen
- [2] bebek taşıyıcısı
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.