kasteelvrouwe

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kasteelvrouwe    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • kas·teel·vrou·we
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kasteelvrouwe kasteelvrouwen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dekasteelvrouwev [1]

  1. hoofdbewoonster van een kasteel
     Als je in Engeland bent, ben jij de kasteelvrouwe.[2]
     Kasteelvrouwe Emmy, bekend van het populaire programma Ik Vertrek, blijkt in trek bij televisiekijkend Nederland. Ruim 1,2 miljoen mensen stemden gisteren af op de eerste aflevering van de nieuwe NPO-serie, waarin Emmy Postma haar vervallen kasteel in de Dordogne verbouwt tot chambres d’hôtes.[3]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'kasteelvrouwe' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Victoria Holt
    “De geheimzinnige echtgenoot” (1976), Saga, ISBN 9788726955644
  3. Weblink bron
    Maxime Segers
    “Kasteelvrouwe Emmy trapt af met ruim 1,2 miljoen kijkers” (01-06-2022), Tubantia
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.