kinderdag

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kinderdag    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • kin·der·dag
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kinderdag kinderdagen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dekinderdagm

  1. feestdag die in het teken van het kind staat
    • in Nederland is kinderdag op 1 juni 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord kinderdag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
91 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.