kirkesanger
Deens
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / ˈkiɐ̯gəsɑŋʌ /
Woordafbreking
- kir·ke·san·ger
Woordherkomst en -opbouw
- Samenstelling van de Deense zelfstandige naamwoorden kirke en sanger
Naar frequentie | zeldzaam |
---|
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | kirkesanger | kirkesangeren | kirkesangere | kirkesangerne |
genitief | kirkesangers | kirkesangerens | kirkesangeres | kirkesangernes |
Zelfstandig naamwoord
kirkesanger, g
- (muziek), (religie) koorzanger (mannelijke vorm)
- (muziek), (religie) koorzangeres (vrouwelijke vorm)
Hyponiemen
Verwante begrippen
Verwijzingen
- kirkesanger in: Det Danske Sprog- og LitteraturselskabDen Dankse Ordbog op website:ordnet.dk
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.