klaaghuis
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: klaaghuis (hulp, bestand)
Woordafbreking
- klaag·huis
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van klagen ww en huis zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | klaaghuis | klaaghuizen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het klaaghuis o
- een huis waar men rouwt
- Brandweercommandant Frans Schippers: „Ik herken wat er in Spreuken staat: Het is beter te gaan in het klaaghuis dan in het huis der maaltijden.” [2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord klaaghuis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "klaaghuis" herkend door:
85 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Reformatorisch Dagblad Evert van Dijkhuizen 16-06-2012 Nationaal Brandweermonument: ereteken én waarschuwing
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.