klerewijf
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: klerewijf (hulp, bestand)
- IPA: / ˈklerəˌwɛif / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- kle·re·wijf
Woordherkomst en -opbouw
- intensiverende samenstelling van klere bn en wijf zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | klerewijf | klerewijven |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het klerewijf o
- (pejoratief) vervelende ordinaire vrouw
- Een klerewijf, maar wel een leuk klerewijf. Zo typeert trainer Chris de Korte (74) zijn pupil liefkozend. Ze lacht. „Van hem snap ik dat wel. Ik ben een sterke vrouw en kan vervelend en onhebbelijk zijn. Ik heb een grote mond en dat is een beetje eng. Het stoot meer mensen af dan dat het aantrekt, vooral mannen. Ik ben een powerwijf en wil ook geen softie als kerel. Ik zou over hem heen lopen. Maar wie me echt kent, kijkt dwars door me heen. Dat zijn acht, misschien negen mensen.”[1]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord klerewijf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "klerewijf" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ NRC Michiel Dekker 21 april 2012
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.