kloostertuin
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kloostertuin (hulp, bestand)
Woordafbreking
- kloos·ter·tuin
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van klooster zn en tuin zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kloostertuin | kloostertuinen |
verkleinwoord | kloostertuintje | kloostertuintjes |
Zelfstandig naamwoord
de kloostertuin m [1]
- tuin die grenst aan of wordt omgeven door een klooster en vaak een moestuin, een kruidentuin en een boomgaard bevat
- ▸ Maar hier, in dit verre klooster in Cornwall, was alles stil en vredig; een klok met een zachte toon luidde de uren en in de besloten kloostertuin groeiden rozen die zich vasthechtten in gaten in de afbrokkelende baksteen muren.[2]
- ▸ Het was hoog zomer, en deze morgen bracht Gwenhwyfar een witte roos mee uit de kloostertuin en legde hem op Igraines kussen.[2]
Synoniemen
- kloosterhof, kloostergaarde, pandhof, kruistuinen, viridaria
Gangbaarheid
- Het woord kloostertuin staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- 1 2 Marion Eleanor Zimmer Bradley“Nevelen van Avalon” (1982), De Boekerij , ISBN 9022529649
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.