pandhof
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: pandhof (hulp, bestand)
Woordafbreking
- pand·hof
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van pand zn en hof zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pandhof | pandhoven |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de pandhof m
- tuin die omgeven is door de kruisgang van een klooster
- ▸ Vlak bij de Domkerk van Utrecht ligt ook een tuin. Volgens Utrechters is dit Pandhof (15de eeuw) zelfs een van de mooiste binnentuinen van Nederland. Volgens sommigen zelfs mooier dan de Dom zelf - maar dat mag je alleen zachtjes zeggen.[2]
Synoniemen
- binnentuin, pandtuin, kloostertuin, kloosterhof
Gangbaarheid
- Het woord pandhof staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pandhof" herkend door:
40 % | van de Nederlanders; |
61 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Gemakkelijk 10.000 stappen zetten met de mooiste hofjes en binnentuinen van Nederland” (30 sep. 2016), De Telegraaf
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.