knijt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  knijt    (hulp, bestand)
  • IPA: /knɛit/ (1 lettergreep)
Woordafbreking
  • knijt
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord knijt knijten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deknijtm

  1. lang puntig mes
  2. knecht
  3. ondermaatse brasem
  4. (tweevleugeligen) benaming voor kleine stekend mugjes uit de familie Ceratopogonidae 
     De knutten of knutjes (Ceratopogonidae) vormen een familie van muggen uit de orde tweevleugeligen (Diptera). Ze worden ook knaasjes, knijten (Vlaanderen), knozels (Zuid-Nederland), mietsen (Noord-Nederland), mampieren (Suriname)[1] of meurzen genoemd, en soms ook zandvliegjes, een benaming die in vaktaal op soorten uit de familie motmuggen of Psychodidae slaat.[4]
Synoniemen
  • [4] knaasje, knut, meurz, zandvliegje, (Noord-Nederland) miets, neefje, (Suriname) mampier

Gangbaarheid

  • Het woord knijt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.