knippa

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  knippa    (hulp, bestand)
  • IPA: /knɪˈpa/
Woordafbreking
  • knip·pa
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord knippa knippa's
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deknippam

  1. (bloemplanten) Melicoccus bijugatus  een fruitboom uit de zeepboomfamilie (Sapindaceae ). De langzaam groeiende boom is tot 25 m hoog en heeft een tot 1,7 m brede stam met een gladde, grijze schors en uitgespreide takken
  2. (voeding) vrucht van de gelijknamige boom
Synoniemen
  • [1] knippaboom
Hyperoniemen
Hyponiemen
  • bosknippa
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord knippa staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
3 %van de Nederlanders;
4 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.