know

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  know (VK)    (hulp, bestand),  know (VS)    (hulp, bestand)
  • IPA: /nəʊ/ (VK), /noʊ/ (VS)
Woordherkomst en -opbouw
  • erfwoord Ontwikkeld uit Middelengels knowen, uit Oudengels cnāwan “(leren) kennen, herkennen, uit Germaans *knēan-.
  • Verwant in Germaans:
West: Duits: kennen, Nederlands: kennen, Fries: kenne
  • Verwant in andere talen:
  • Grieks: γνῶσις
vervoeging
onbepaalde wijs to  know 
he/she/it  knows 
verleden tijd  knew 
voltooid
deelwoord
 known 
onvoltooid
deelwoord
 knowing 
gebiedende wijs  know 

Werkwoord

know

  1. weten
    «I know that I’m right.»
    Ik weet dat ik gelijk heb.
  2. kennen
    «I know your mother, but not your father.»
    Ik ken je moeder, maar niet je vader.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.