knutselwerk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  knutselwerk    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • knut·sel·werk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord knutselwerk knutselwerken
verkleinwoord knutselwerkje knutselwerkjes

Zelfstandig naamwoord

hetknutselwerko

  1. iets wat je uit liefhebberij in elkaar gezet hebt
    • De kleuter kwam trots aanzetten met haar knutselwerkje dat ze voor moederdag had gemaakt. 
  2. (pejoratief) iets wat heel slecht gemaakt is
    • Conservator Martin Berger van het Museum Volkenkunde ontmaskerde een ‘Mixteekse’ schedel als knutselwerk.[2] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord knutselwerk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.