koppelwerkwoord

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  koppelwerkwoord    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • kop·pel·werk·woord
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord koppelwerkwoord koppelwerkwoorden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetkoppelwerkwoordo

  1. (taalkunde) een werkwoord dat een eigenschap koppelt aan het onderwerp
    • Jan is ziek. 
    • Jan lijkt ziek. 
Synoniemen
Hyperoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord koppelwerkwoord staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.