krasser

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  krasser    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • kras·ser
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord krasser krassers
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

dekrasserm

  1. (beroep) iemand die krast (lakenkrasser en wolkrasser)
    • Een krasser pluist wol of vlasvezels uit tot een ronde band zg "lont" 
  2. (gereedschap) voorwerp waarmee men kan krassen
  3. (rechtvleugeligen) Chorthippus parallelus  een rechtvleugelig insect uit de familie veldsprinkhanen (Acrididae), onderfamilie Gomphocerinae
Hyperoniemen
Hyponiemen
  • lakenkrasser, pijpkrasser, wolkrasser

Bijvoeglijk naamwoord

krasser

  1. onverbogen vorm van de vergrotende trap van kras

Gangbaarheid

  • Het woord krasser staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
93 %van de Nederlanders;
88 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.