inham

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  inham    (hulp, bestand)
  • IPA: /'ɪnɦɑm/
Woordafbreking
  • in·ham
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘kleine baai’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1567 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord inham inhammen
verkleinwoord inhammetje inhammetjes

Zelfstandig naamwoord

deinhamm

  1. kleine baai
  2. terugtrekking van het hoofdhaar
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord inham staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.