Bach
Nederlands
Uitspraak
- IPA: / bɑx / (1 lettergreep)
Woordafbreking
- Bach
Woordherkomst en -opbouw
- [2] van Duits Bach en
- [2] van Hebreeuws, letterwoord van: Bajit Chadasj [1]
Eigennaam
Bach m
- (muziek) familienaam van Johann Sebastian Bach, een beroemde componist van barokmuziek
- (Jiddisch-Hebreeuws) Bajit Chadasj, standaardcommentaar (1631-1639) op Arbaä Toeriem door Joël ben Sjmoeël Sirkes uit Polen
Verwijzingen
- ↑ Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
Gangbaarheid
- Het woord 'Bach' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
Duits
Uitspraak
- Geluid: Bach (hulp, bestand)
- IPA:
Zelfstandig naamwoord
Bach m
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | der Bach | die Bäche |
genitief | des Baches/Bachs | der Bäche |
datief | dem Bach/Bache | den Bächen |
accusatief | den Bach | die Bäche |
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.