krijgskunde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: krijgskunde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- krijgs·kun·de
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van krijg zn en kunde zn met het invoegsel -s- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | krijgskunde | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de krijgskunde v
- (militair) de wetenschap van het oorlog voeren
- ▸ Denis Davydov met zijn Russische instinct begreep als eerste de betekenis van die schrikwekkende knuppel die zonder naar de regels van de krijgskunde te vragen de Fransen vernietigde, en hem komt de eer toe dat hij de eerste stap heeft gezet tot de legalisering van deze wijze van oorlogvoeren.[2]
- ▸ De Hongaarse regering wil verplichte lessen krijgskunde invoeren op school. Dat heeft de staatssecretaris voor Onderwijs Zoltan Maruzsa gezegd in de regeringsgezinde krant ‘Magyar Idök’.[3]
Synoniemen
- gevechtsleer, tactiek, strategie, krijgskunst
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord krijgskunde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Oorlog en Vrede” (1869), van Oorschot, ISBN 978902825115 1
- ↑ Weblink bron “Hongarije wil militaire opleiding geven op school” (07/08/2017), De Standaard
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.